Een toevoerpomp wordt gebruikt wanneer de afstand tussen de IRM® systeembesturing in het gebouw en de positie van de regenwaterput(ten) groter is dan 15 meter. De lengte van de aanzuigleiding wordt dan zo groot dat de zelfaanzuigende pompen het regenwater niet meer uit de regenwatertank kunnen zuigen. Een toevoerpomp biedt hier uitkomst en zorgt ervoor dat de IRM® pompen regenwater toegevoerd krijgen door de toevoerpomp die in de regenput geplaatst wordt. De toevoerpomp wordt aangesloten op de IRM® systeembesturing. Op het moment dat het IRM® systeem registreert dat er regenwater gevraagd wordt, start het systeem de toevoerpomp op. De toevoerpomp zorgt ervoor dat de IRM®-pompen voldoende water kunnen leveren aan de tappunten. De toevoerpomp word geleverd als set, dus inclusief aansluitmateriaal, drijvende aanzuiging en montagehandleiding.
GEP heeft de volgende toevoerpompen; IRM® 3 en 5. De toevoerpomp word geleverd als set, dus inclusief aansluitmateriaal, drijvende aanzuiging en montagehandleiding.